Welke bomen en struiken ga je kiezen? De grote waaiers die in de kruiwagen zitten zijn een hulpmiddel voor het kiezen van boomsoorten. Op die waaiers staat informatie over afmetingen van een boomkruin, de hoogte, de bloeiperiode, of de soort eetbare bessen heeft enz.
Door de kleurrijke waaiers te gebruiken zie je op ware grootte hoeveel en welke soort bomen en struiken ergens passen. Dit instrumentarium is ontworpen door de kunstenaars Cathelijne Montes en Krijn Christiaansen. Zie ook deze video waarin de waaier gebruikt wordt.
Hier vind je de lijst (pdf) met alle soorten struiken en bomen die op de waaiers staan.
Boomkiezer
Een heel handige website om een boom of struik uit te kiezen die in jouw situatie past is: Boomkiezer, gemaakt door De Natuur- en Milieufederaties en Plan Boom
Blijvers en wijkers
Blijvers zijn langzaam groeiende soorten die heel groot en erg oud kunnen worden (eik, linde, beuk). Wijkers groeien snel(ler) en worden veel minder oud (populier, berk, els, wilg, es). Deze laatste zijn na 20-30 jaar ‘kaprijp’ en kunnen dan gerooid worden. De blijvers krijgen vervolgens de ruimte die ze nodig hebben om volledig uit te kunnen groeien. Zo creëer je ruimte en voor (drie) dubbel zoveel bomen! Er valt wat te kiezen: Small – Medium – Large bomen.
Vruchtbomen, ofwel ‘eetbaar groen’
In plaats van alleen loof- en naaldbomen in de openbare ruimte kan het op sommige locaties ook interessant zijn om vruchtbomen (bessen, fruit en noten) aan te planten. Zo ontstaat er een nieuwe dimensie in het straatbeeld: met voedsel voor mens én dier. Misschien kunnen we de eekhoorn op deze manier de stad in lokken?
Struiken en Struweel
Hiermee bedoelen we losse, houtige struiken, die — wanneer ze met verschillende soorten bij elkaar staan — ‘struweel’ vormen. Struiken kunnen zorgen voor verdichting van bomenrijen, in plantsoenen en parken. Ze kunnen – technisch gezien – prima op kabels en leidingen geplant worden. Bij werkzaamheden zijn ze relatief gemakkelijk te verwijderen en terug te plaatsen. Ze kunnen de biodiversiteit enorm versterken. Veel inheemse (maar soms ook natuurlijke uitheemse) soorten zorgen voor bloesem, fruit en noten en verrijken de biodiversiteit. Ze zijn goed voor insecten, ‘waardplanten’ voor (wilde) bijen, zweefvliegen, vogels en zoogdieren zoals egel, das en eekhoorn. Er zijn grotere en kleinere soorten. De grotere soorten kunnen wel 6-8 meter hoog worden (zoals vlier, hazelaar en lijsterbes). Zo nodig kan de groei beteugeld worden door ze om de paar jaar in de winter ‘af te zetten’ (terug te snoeien tot er een stronk overblijft). Ze schieten dan in het voorjaar weer uit!
Hagen of heggen
Hiermee bedoelen we de lage, langgerekte hagen die jaarlijks (met de heggenschaar) geknipt worden. Ze zorgen voor afscheiding tussen plantsoen en straat en voorkomen zo ongewenst parkeren op onverhard terrein en dat kinderen ‘zomaar’ de straat op rennen. Ze zorgen voor versterking van de biodiversiteit (bijv. doornstruiken als nestgelegenheid voor vogels). Ze kunnen op verschillende wijzen worden aangeplant: recht, in een bocht, in blokken, enkel of dubbel. En ook in hoogte kan worden gevarieerd. Met hoeveel meters gaan we Tilburg ‘behagen’?